Dummy

Wat is een dummy?

Een dummy lijkt een beetje op een schetsboek en een dagboek. Tijdens de opdracht krijg je steeds nieuwe ideeën en het is belangrijk dat je die niet vergeet en dus noteer je die in woord èn beeld in je dummy. Zo kun je ook al gaandeweg ideeën ontwikkelen door schetsen te maken en plaatjes te zoeken.

Je moet daarom van alles verzamelen wat je maar aan de opdracht doet denken: van gedichten, tot reclamefoto s uit tijdschriften, van krantenartikelen tot invallen die je ineens hebt gekregen. Alles wat jou aan ideeën helpt is belangrijk om te verzamelen.

LET OP: Het is daarnaast de bedoeling dat het een persoonlijk boek wordt, waar je best een beetje trots op mag zijn, en waar het leuk is om in te bladeren. Laat zien dat je er plezier in hebt. Zorg dus dat je dummy er verzorgd en beeldend goed vormgegeven uitziet

Hoe gebruik je een dummy?

1) Onderzoek naar inhoud van het thema

Wat is het thema? Wat voor associaties roept het bij je op? Wat. De bedoeling van brainstormen is dat ALLES wat er in je op komt als je aan de opdracht of aan het thema denkt, in je dummy stopt. Begin bijvoorbeeld met het maken van een mindmap. Zelfs hele gekke of grappige invallen kunnen weer aanleiding zijn voor nieuwe ideeën en zijn dus belangrijk.

Maak er meteen bij het begin een gewoonte van om alles op te schrijven/ in te plakken de dummy, dus bij te houden. Wanneer je verder gaat, ga je langzamerhand steeds meer kiezen voor één uiteindelijke uitwerking van het beste idee. Dit moet je echter nog niet tijdens het brainstormen doen: daarbij is het juist belangrijk dat je echt zoveel en zo breed mogelijk denkt.

2) Het verzamelen van beeldmateriaal Je verzamelt allerlei beeldmateriaal die bij jou associaties oproepen of passen bij het thema. Haal ze uit allerlei bronnen zoals; tijdschriften, boeken, kranten, van internet. Plak de afbeeldingen in je dummy, schrijf er je associaties bij, maak er schetsen bij of teken erin, Je kunt de afbeeldingen ook in de vorm van een collage in je dummy plakken, of je kunt een grote collage maken, die je vervolgens fotografeert, en die foto plak je dan weer in je dummy. Zo ontstaat ook een beeldend verslag van jouw werkproces. Dit is belangrijk omdat je zo steeds zichtbaar maakt, waar je allemaal aan gedacht hebt, en dit kan je tijdens de opdracht nieuwe ideeën geven of het kan je helpen minder clichématig te werken. Het belangrijke van beeldmateriaal in je dummy is, dat je ook op die manier ideeën uit kunt werken, dat hoeft niet met alleen woorden maar kan ook met kleuren en sferen.

3) Onderzoek naar kunstenaars: Zoek voorbeelden van kunstenaars en vormgevers die aan de hand van hetzelfde thema hebben gewerkt. Maak hierbij gebruik van (kunstgeschiedenis) boeken die de docent voor je heeft, of zoek informatie op internet. Maak kopieën of print de afbeeldingen uit van hun beeldend werk en plak de afbeeldingen in je dummy. Geef een korte beschrijving van het beeldende werk. Wat spreekt jou aan in zijn of haar manier van verbeelden van dit thema?

4) Snelle schetsen en reflectie: Maak verschillende schetsen in je dummy, waarmee je jouw eerste ideeën qua uitwerking van het thema kunt verbeelden. Dit kunnen twee- of driedimensionale schetsen zijn. Voorzie je schetsen ook van geschreven commentaar in de vorm van korte aantekeningen. Motiveren, beargumenteren, keuzes verantwoorden: Toch is het geschreven commentaar ook belangrijk: hiermee leg je aan anderen uit wat jouw denkbeelden zijn, wat je wilt gaan maken en of dat wel of niet gelukt is (en waarom). Maar ook helpt het jou zelf tijdens het proces: zo kun je steeds teruglezen en kijken waar je mee bezig bent, hoe je ideeën tijdens het proces veranderd zijn, en hoe je eventueel iets beter op een andere manier kunt aanpakken. Zo leg je dus ook steeds aan jezelf uit waar je mee bezig bent, en hiermee voorkom je dat je zomaar iets doet zonder er goed over na te denken.